Servo aansluitschema en voorbeeldcode voor Arduino

De meeste servo's hebben drie draden - rood, zwart en bruin (soms wit). De rode draad is meestal de voedingsdraad +, de zwarte draad is de aarddraad - en de bruine draad is de signaaldraad.

  1. Sluit de voedingsdraad van de servo aan op de 5V-pin van de Arduino. De aarddraad moet worden aangesloten op de GND-pin van de Arduino.
  2. Sluit de signaaldraad van de servo aan op een digitale pin 9 van de Arduino.
  3. Sluit de Arduino aan op uw computer om de code te uploaden
  4. Programmeer de Arduino om de servo te besturen. Dit kan worden gedaan met behulp van de Servo library van Arduino. Hieronder staat een voorbeeldcode die je kunt gebruiken in Arduino IDE.

 

Aansluitschema

Servo voorbeeldcode voor Arduino IDE

Download voorbeeldcode

Uitleg van de code

De code begint met het importeren van de Servo.h bibliotheek, die het mogelijk maakt om een servo te besturen met de Arduino.
Vervolgens wordt er een nieuw Servo object aangemaakt met de naam "servoMotor".

In de setup() functie wordt de signaalpin van de servo aangesloten op pin 9 van de Arduino met behulp van de attach() functie.

In de loop() functie wordt eerst een puls naar de servo gestuurd met de write() functie om deze in de middelste positie te zetten (90 graden).
Vervolgens wordt er een vertraging van 1 seconde ingesteld met behulp van de delay() functie.

Daarna wordt er weer een puls naar de servo gestuurd met de write() functie om deze tegen de klok in te laten draaien (0 graden). Ook hier wordt weer een vertraging van 1 seconde ingesteld.

De code blijft deze twee stappen herhalen zolang de Arduino is ingeschakeld en de loop() functie wordt uitgevoerd.
Door de waarden in de write() functie te veranderen, kun je de servo in verschillende posities draaien.